#03 Purpose praat- de podcast
Je leven wordt leuker als je je purpose kent
Hé, wat leuk dat je luistert. Je purpose ontdekken. Waarom zou je dat nou eigenlijk doen? Als je vanuit je purpose leeft, wordt je leven leuker. Hoe dat precies zit, bespreek ik met je in deze aflevering.
-muziek-
Welkom bij Purpose Praat, dé podcast voor ambitieuze carrière vrouwen die op zoek zijn naar zingeving in hun leven en hun werk.
Vraag jij jezelf regelmatig af “is dit nou alles?”. Dan ben je hier op de juiste plek.
In deze podcast neem ik je mee op reis naar het ontdekken van jouw purpose. Dat wat je echt te doen hebt hier.
Ben je klaar om uitgedaagd te worden? Zet dan even een komma in je drukke dag en luister mee.
Ik ben je host, Jacobien Meijering van Oorspronkeling. Jouw ontdekkingsreis naar je purpose begint hier, bij Purpose Praat.
Hallo, Jacobien hier.
Leven vanuit je purpose; wat heb je er eigenlijk aan? Nou, behoorlijk veel. Je leven wordt er namelijk leuker, makkelijker, rijker en zinvoller van. En bovendien ga je je energieker en dankbaarder door voelen.
Nou, je snapt al: dat is behoorlijk veel om in één aflevering te bespreken. Dat ga ik dan ook niet doen. Ik begin gewoon bij het begin: hoe zit het dan met dat ‘leuker worden’? In de volgende afleveringen komen de andere voordelen aan bod. Een soort vijfluik, zeg maar. Luister die dus ook zeker, zodat je een compleet beeld hebt.
Een leuker leven dus.
En daar is best iets voor nodig. Je moet dan namelijk over een hardnekkige collectieve conditionering heen stappen. Namelijk over onze maatschappelijke focus op dát wat er niet goed gaat en wat dus verbeterd moet worden.
En die begint al vroeg. Al op de basisschool. Stel je even voor: het is weer rapporten-tijd en een meisje komt thuis met haar rapport. Allemaal 8-en behalve één 4-je. Of allemaal Goed-jes en één Matig-je. Wat denk jij dat dit meisje te horen krijgt?
Waarschijnlijk krijgt ze eerst een paar complimenten over die 8-en, gevolgd door een dikke vette MAAR. En misschien is het je ooit opgevallen: – alles wat voor een maar komt, telt eigenlijk niet mee. Allemaal leuk en aardig MAARRR – nou dan weet je al: het is helemaal niet allemaal leuk en aardig, want er komt iets aan wat precies het tegenovergestelde is van leuk en aardig. Dit herken je wel toch?
Na die dikke vette MAAR komt het. “maar hoe kom je nou toch aan die 4 tussen al die 8-en?” of “maar dat vak met die 4 mag nog wel wat meer aandacht krijgen he?” of “maar die 4 moet je wel echt wegwerken hoor!” Klinkt dit bekend?
Als het een structurele 4 wordt, gaat het gesprek met de juf of meester waarschijnlijk ook daarover. Bijles misschien. Je moet beter worden in dit vak.
En zo begint de focus. De focus om in te slijten waar we van nature niet het beste in zijn.
Het is trouwens niet alleen op school dat we dit zo doen. Ik hoorde een aantal jaren geleden een heel mooi verhaal van Marc Lammers. Hij was de hockey coach van het Nederlands dames hockey.
Hij vertelde over één van de dames in zijn team. Een goede spits.
Eén ding. Ze scoorde niet. Of in ieder geval te weinig. Kwam door haar backhand. Verschrikkelijk, vond Marc. Daar kon ze helemaal niets mee. Nog geen deuk in een pakje boter. Een mager viertje.
Oefenen dus.
Marc zette alle middenvelders in om haar te leren die backhand onder controle te krijgen. Oefenen. Oefenen. Oefenen. Trainingen lang. Steeds haar aanspelen op die backhand. Misschien konden ze van dat viertje een zesje maken.
Voor niemand leuk eigenlijk. Niet voor de middenvelders die steeds dachten: “dat zal ze wel niet kunnen”. En al helemaal niet leuk voor die spits, want die scoorde nooit.
Weg sfeer. Weg zelfvertrouwen.
In een belangrijke wedstrijd liep ze vrij. Prachtige kans. Precies op de juiste positie. Middenvelder was klaar om haar aan te spelen.
Marc schreeuwde: “niet op die backhand!”
Wat denk je dat die middenvelder terug schreeuwde?
“Waar dán?”
…
Au!
Marc had geen idee waar dán. De middenvelders ook niet.
De speelster zelf wel. Die was blij dat ze eindelijk eens mocht vertellen waar ze wel wilde worden aangespeeld.
“Hard op mijn rechtervoet en dan verander ik ‘m van richting.”
Een tip in.
Bleek zij heel goed in. Een dikke acht.
Daar gingen ze op oefenen. Ze kwam in een flow.
Die acht werd een negen. En toen een tien.
En dat jaar werden ze kampioen. Zij werd topscoorder van het toernooi.
Voor Marc werd daarmee duidelijk dat hij vanaf dat moment de focus zou verleggen van de viertjes naar de achten. Focussen op dat wat er van nature al is.
Ik vond dat zo’n inspirerend verhaal. En voor mij ook heel herkenbaar. Zelf had ik op dat moment al lang geaccepteerd dat je beter moet worden in dat waar je nog niet goed bent. Sterker nog, ik had daar helemaal geen hulp bij nodig.
Ergens in juni 1996, aan het einde van de 3e klas op de middelbare school moest ik mijn vakken kiezen voor in de vierde. Ik vond eigenlijk alles leuk dus dat was voor mij best moeilijk. Ik mocht een paar vakken extra doen, maar ik kon niet alles blijven doen. Ik moest iets laten vallen. Op dat moment stond ik een 10 voor geschiedenis. Niet één keertje een gelukstreffer, maar een structurele 10. Kwam omdat ik geschiedenis ontzettend leuk vond. En nog steeds trouwens.
Weet je wat mij redenering was? “Oh, dat vak kan ik wel laten vallen. Dat kan ik al. Ik kan me beter focussen op natuurkunde en scheikunde.” Daar stond ik namelijk absoluut geen tien voor.
En verder redeneerde ik: “En wat heb je nou echt aan geschiedenis? Natuur- en scheikunde is veel handiger om meer van te weten, voor later.”
Spijt joh.
Achteraf vind ik het best schokkend, dat ik op mijn 15e dus al zo doordrenkt was met het idee dat je maar beter kunt werken aan waar je niet zo goed in was, dat ik m’n lievelingsvak liet vallen.
En het is niet dat mijn ouders dat nou zo hebben ingeprent. Zij lieten me heel vrij in dit soort keuzes. Het was een maatschappelijke instelling die ik al had opgepikt en geïnternaliseerd. En ik ben niet de enige. Balkenende zei een aantal jaren later eens: “Eerst het zuur, dan het zoet”. “Logisch”, dacht ik.
Collectief zijn we ingesteld om beter te worden in dat wat we niet zo goed kunnen. 4-tjes moeten 8-en worden. We leren al jong dat we onze tijd en energie moeten besteden aan iets dat we niet zo leuk vinden. Jong geleerd is oud gedaan. Geen wonder dus dat zoveel mensen in een baan zitten die ze niet leuk vinden.
“Je wilt iets leuks doen? Dan zoek je maar een hobby. Leuk is voor op je zolderkamertje.”
Misschien denk jij nu ook: heel herkenbaar; wat kan ik daar aan doen?
Even terug naar die geschiedenis. Want daarin ligt volgens mij de oorzaak én de oplossing.
Ik hou er altijd van om na te denken over de oertijd. Dat we nog in stammen woonden en in berenvelletjes rondliepen. Dat is namelijk de tijd waarnaar we geevolueerd zijn. We voelen dat we ons enorm hebben ontwikkeld sinds dien, maar evolutionair gezien zijn we nog steeds holbewoners. Maar dan met smartphones.
In die tijd was het van groot belang dat niet alleen jijzelf zou overleven, maar ook de rest van je stam. Dat was namelijk je veiligheid. In je eentje waren je overlevingskansen een heel stuk kleiner.
Ik geloof niet dat ik het lang zou overleven in die tijd, dus ik wil het niet romantiseren, maar we waren toen wel dichter bij onze natuur. En de natuur zoekt altijd een manier om zichzelf optimaal te ontplooien.
Ik stel me dan voor dat iedereen een soort basisskills had, die nodig waren om samen grote klussen te doen. Dus met elkaar communiceren, een dier slachten, voedsel bereiden, hout sprokkelen en een vuur maken. Dat moest iedereen wel kunnen. Tot zover de basics.
Ik vind het in dit geval vooral ook interessant om naar ieders specifieke talenten te kijken.
Stel je maar eens voor: er is in die stam één zo’n oermens die heel goed speerpunten kon slijpen en niet zo snel rennen. Wat denk jij dan dat zo iemand ging doen in die stam? Liet je die de speerpunten maken? Of ging die keihard trainen om sneller te worden voor de jacht? Natuurlijk die speerpunten maken.
Sterker nog, als je die persoon alleen maar zou laten trainen om sneller te lopen, heb je hooguit een middelmatige hardloper én iemand die best een aardige speerpunt kon maken. Van beide net niks eigenlijk. Terwijl je ook award winning goede speerpunten zou kunnen hebben. Wat zou dan beter zijn voor het voortbestaan van de stam?
Je talenten uitbouwen.
Toch is er ergens tussen toen en nu iets veranderd.
Eén van de oorzaken ligt in de industriële revolutie ben ik bang. Dat is het moment waarop het mogelijk werd om steeds dezelfde resultaten te behalen op een hoog tempo. De machine konden ons standaardisatie leveren. En dat was blijkbaar een prettig iets. Voorspelbaar, planbaar; dat schiep duidelijkheid.
In die tijd is ook ons onderwijs ontstaan. Dat zie je bijvoorbeeld aan het batch denken. Gebaseerd op enkel hun geboortedatum worden de kinderen in batches ingedeeld. Zo doorlopen ze de school.
Alleen hun ‘productiedatum’ bepaalt in welke klas ze zitten. Terwijl de indeling van klassen waarschijnlijk heel anders zou zijn als je zou kijken naar interesses en talenten. Dan was leeftijd een minder belangrijke factor. Iemand van 7 kan net zo goed zijn in tekenen als iemand van 9, terwijl een ander van 7 daar helemaal niets mee heeft. Als je hier in geïnteresseerd bent, zoek dan eens de geanimeerde speech van Sir Ken Robinson op. Ik zal de link in de shownotes zetten.
Als je de school ziet als een onderwijsfabriek is het logisch om kinderen zoveel mogelijk gestandaardiseerd en voorspelbaar af te leveren. Grote verschillen in de producten, zoals 4tjes en 10-en zijn dan niet handig natuurlijk. Je wilt juist zoveel mogelijk kinderen in een zo nauw mogelijke bandbreedte laten presteren.
Dit klinkt allemaal een beetje sinister he? Alsof kinderen alleen maar als producten worden gezien. Ik zet het even scherp neer om je te prikkelen. In de werkelijkheid hebben al die hardwerkende onderwijzers natuurlijk het beste met onze kindjes voor.
Het is dus ook niet een persoonlijk iets. Niet persoonlijk naar het kind. Niet persoonlijk door een bepaalde onderwijzer. Het is juist onpersoonlijk omdat het -bijna onbewust- in ons onderwijssysteem zit.
En hoewel een 4 en een 10 een even grote afwijking van de gewenste bandbreedte is, wordt er in de meeste gevallen niet moeilijk gedaan als iemand een 10 haalt. Het gaat vooral om de 4-tjes. Die willen we niet. Daar gaan we aan werken.
Maar hoe zou het zijn als we die manier van denken los zouden laten? Op sommige scholen is daar al meer ruimte voor. En Sir Ken Robinson heeft ook prachtige ideeën voor het onderwijs van de toekomst.
Maar dat is voor jou en mij te laat. Wij zijn al van school. Maar we kunnen die overtuiging in ons zelf wel nader onderzoeken. Hoe zou het voor jou zijn om te excellereren in dat wat je al goed kan? En daardoor heel eenvoudige ‘in de flow’ te komen? Hoeveel meer plezier zou jij dan hebben?
Het klinkt zo eenvoudig he? En in feite ís dat het ook.
Dat is precies namelijk wat leven vanuit je purpose doet. Je gaat jouw unieke talenten benutten om bij te dragen aan een doel wat belangrijk is voor jou. Dan kom je zo makkelijk in de flow. Klinkt goed he?
Zo wordt je leven dus écht veel leuker als je vanuit je purpose leeft.
In de volgende aflevering vertel ik je hoe je leven ook makkelijker wordt als je vanuit je purpose leeft. Een tweede goede reden om je purpose te gaan ontdekken. Tot de volgende!
-muziek-
Heb je met plezier naar deze aflevering geluisterd? Geef me dan een mooie review. Zo zorg jij er voor dat deze podcast door meer mensen beluisterd wordt.
Als je via Spotify luistert op je telefoon, ga je naar het overzicht van alle aflevering. Je klikt op de drie puntjes in de rechterbovenhoek. Kies de optie Show beoordelen en geef je beoordelen. Ik ben er heel blij mee!
En als jij nu voelt “Ik wil ook mijn purpose ontdekken”, abonneer je dan op deze podcast. Dan komt er nog veel meer informatie en inspiratie jouw kant op.